Wanneer mogen mistlampen aan? | Overstappen.nl

Wanneer mogen mistlampen aan?

Voor elke situatie en weersomstandigheid heeft jouw auto specifieke lichten die je moet aanzetten. Je mistlampen gebruik je onder andere op mistige dagen. Zo ben je goed zichtbaar voor het overige verkeer en kun je ongelukken voorkomen. Bij Overstappen leggen wij je uit wat je precies moet doen om zo veilig mogelijk in de mist te rijden en onder welke omstandigheden je de mistlichten moet inschakelen.

Wanneer mogen mistlampen aan?

Als er weinig zicht is op de weg vanwege de weersomstandigheden, dan mag je je mistlichten aandoen. Dit is het geval bij mist, sneeuw of regen die het zicht ernstig belemmeren. De ernst van de belemmering bepaalt of je de mistlampen mag aanzetten en of je deze aan de voorkant, achterkant of aan beide kanten aanzet. Wij leggen je hieronder uit wat de verschillen zijn.

Mistlampen voorkant

Bij dichte mist en hevige regen- of sneeuwval zet je de mistlampen aan de voorkant aan. Dit is het geval als het zicht op de weg minder dan 200 meter is. Naast zichtbaarheid richting andere verkeersgebruikers, hebben de mistlampen aan de voorkant vooral als doel jouw eigen zicht te verbeteren.

Mistlicht voor

Mistlampen achterkant

De mistlampen aan de achterkant mag je gebruiken bij mist of sneeuwval waardoor het zicht op de weg minder is dan 50 meter. Bij zware regenval mag je de mistlichten niet inschakelen! De mistlampen aan de achterkant zijn erg fel en hebben als doel achteropkomend verkeer te waarschuwen.

Mistlamp achter

Hoe weet ik wanneer de mistlampen aan moeten?

Vooral bij slecht zicht is het lastig om een goede inschatting te maken van hoe erg jouw zicht belemmerd wordt, en wanneer je dus welke lampen aan moet zetten. Wij geven je enkele tips:

  • Kun je de auto voor je zien? Dan kan jouw achterligger jou ook zien. Je mistlamp achter hoeft dan niet aan.
  • Om een inschatting van een aantal meters te maken, kun je kijken naar de hectometerpaaltjes of de lantaarnpalen. Tussen elk hectometerpaaltje zit 100 meter. Tussen elke lantaarnpaal in de bebouwde kom zit meestal 25 meter, buiten de bebouwde kom ongeveer 50 meter.
  • Gebruik de 2-seconderegel: als de auto voor je een vast punt passeert (bijvoorbeeld een hectometerpaaltje of een lantaarnpaal), begin dan te tellen. Is de auto voor je na de tweede tel al niet meer zichtbaar? Zet dan de mistverlichting aan de achterkant aan.

Dimlicht en mistlichten

Dimlicht is de verlichting die je standaard aan moet hebben staan als het donker is. In sommige gevallen zet je deze ook overdag aan. Staan je mistlampen aan? Dan hoeven de dimlichten niet aan. Als deze tegelijk branden, kan de reflectie van de dimlichten jou als bestuurder namelijk verblinden.

Hoe zet ik mijn mistlampen aan?

Elke auto heeft meerdere soorten verlichting: knipperlicht, dimlicht, groot licht, dagrijlicht, mistlicht, achterlicht, kentekenplaatverlichting, stadslicht en een derde remlicht. Heeft jouw auto geen automatische lichtstand en ben je even vergeten hoe je tussen al deze verlichtingsknopjes de mistlampen inschakelt? Zoek dan naar hetzelfde symbool als die van het dimlicht. Als er een verticale kronkellijn doorheen loopt, heb je het symbool voor de mistverlichting gevonden! Staat de kronkellijn aan de linkerkant, dan gaat het om de mistlichten aan de voorkant; staat de kronkellijn aan de rechterkant, dan gaat het om de mistlichten aan de achterkant van de auto.

  • Als de automatische verlichtingsstand in jouw auto aanstaat, herkennen de sensoren niet altijd even goed wanneer het mistig is en je de mistlampen aan moet doen. Stel voor de zekerheid dus je mistlicht handmatig in, mocht het nodig zijn.
  • Controleer altijd je mistlampen voordat je de weg op gaat tijdens heftige weersomstandigheden. Alleen dan weet je zeker dat je zichtbaar bent voor anderen én zelf nog zicht hebt.

Verkeerd gebruik mistlampen

Omdat de mistlichten felle en brede lampen zijn, kunnen ze andere weggebruikers hinderen. Het is daarom belangrijk dat je de mistlampen alleen gebruikt wanneer dit echt nodig is. Doe je dit niet, dan kun je een boete krijgen of zelfs een ongeluk veroorzaken. De boete voor het verkeerd gebruik van verkeersverlichting kost zeker €140.

Tips bij autorijden in de mist

  1. Halveer je snelheid en verdubbel de afstand
    Mistlampen aan de achterkant kunnen op remlichten lijken, wat verwarrend werkt voor het verkeer om je heen. Pas daarom je snelheid aan en let op de afstand met andere weggebruikers, zodat je sneller kan reageren op wat er om je heen gebeurt.
  2. Probeer niet te haasten bij mist
    Blijf bij heftige weersomstandigheden thuis als dat kan. Vaak ontstaan er lange files en ben je kansloos als je haast hebt. Moet je toch het huis uit? Ga dan op tijd weg, zodat je niet gehaast achter het stuur zit. Dit voorkomt ongelukken.
  3. Help elkaar
    Zet je waarschuwingslichten aan als je plotseling tegen een filevorming aanrijdt. De weggebruiker achter jou is dan gealarmeerd.
  4. Doe je ruitenwissers aan
    Ongemerkt raken je ramen aan de buitenkant behoorlijk beslagen met waterdruppeltjes. Zorg voor voldoende zicht en zet je ruitenwissers aan.
  5. Zet een raampje open
    Als je in de dikke mist rijdt kan het handig zijn een raampje open te doen. Zo zie je net wat meer en hoor je beter wat er om je heen gebeurt.

Vergelijk en bespaar op je autoverzekering

Heftige weersomstandigheden horen er nou eenmaal bij. Er komt dus een moment dat je in deze omstandigheden moet rijden, en dat kun je maar beter goed verzekerd doen. Ook al gebruik je de juiste verlichting en pas je jouw rijgedrag aan, de kans op schade is altijd groter bij slecht weer. Welke verzekering het beste bij jou past kun je ontdekken door autoverzekeringen te vergelijken. Binnen een minuut hebben wij de beste autoverzekeringen voor je op een rijtje gezet, mét bijbehorende premie en polisvoorwaarden.